Hieronder een verhaal over het lezen van ‘Livingstone op de voet gevolgd’ van Ben de Ponti, over een voetreis van 3 maanden voor Malawi in 2007.
Ruim 3 weken ben ik ‘into’ dit boek geweest: ‘Livingstone op de voet gevolgd’, geschreven door Ben de Ponti. Het boek verhaalt over een voettocht van drie maanden van het zuiden naar het noorden van Malawi, letterlijk ‘in de voetsporen van’ David Livingstone, de ontdekkingsreiziger die in de 19e eeuw jarenlange reizen ondernam om het binnenland van Afrika in kaart te brengen.
Ben de Ponti heeft, als tandarts, in de jaren zeventig gewoond en gewerkt in Mzuzu, in het noorden van Malawi. Hij is geobsedeerd geraakt door de voettochten van Livingstone, bestudeerde zijn leven en werk, en in hem groeide het verlangen om deze voettocht te maken. Na de Malawi-jaren waren hij en z’n vrouw altijd nog betrokken bij zelf-opgezette ondersteuningsprojecten, vooral gelinkt aan het St.Johns-hospitaal in Mzuzu. De voettocht, ondernomen in 2007, heeft dan ook als ‘doel’ gekregen, dat deze werd georganiseerd ‘om de kinderen in Noord-Malawi te ondersteunen’.
Twaalf jaar later vertelt hij over de ervaringen van deze voettocht in dit boek. Het is een flink lijvig boek geworden, echt een prachtige productie van uitgeverij Elmar, verfraaid met foto’s, kaartjes en aquarellen van situatieopnames gedurende de reis, gemaakt door Cobi, Ben’s vrouw. Cobi kwam aan het einde van de reis ook nog enige weken meewandelen. En aan het einde van de voettocht was er het camerateam en de presentatrice van het KRO-programma ‘De Wandeling’. Er werden twee uitzendingen aan gewijd, die ik helaas online niet meer vinden kan.
Op bladzijde 267 staat deze alinea: “De westerling legt na een vakantie in Afrika, thuis haarfijn uit waar het probleem ligt: de Afrikaan leeft met de dag en denkt niet aan morgen. Er klinkt een soort veroordeling in zijn relaas. Maar hoe kun je aan de dag van morgen denken als het al zoveel moeite kost om vandaag te overleven? Vergelijk het eens met iemand die ongeneeslijk ziek is. Die leeft ook vaak met de dag. Vooruit denken is paniek. Morgen, volgende week of volgende maand is ongewis. De horror kan elk moment toeslaan. Daar wil je niet aan denken. Dan bepalen angst en wanhoop je leven. De gezonde persoon wil goede raad geven of zelfs het onvermijdbare bespreekbaar maken. Blijf positief denken. Je kunt het. Het komt goed. Echter voor de zieke regeren de feiten. Die wil geen valse hoop en denkt niet aan de tijd na de laatste chemo. Nee, laat ik eerst deze sessie eens doorkomen. Daarna zien we wel verder. De vorm van de dag bepaalt het levensgeluk.”
Deze alinea legt voor mij een klemtoon op hoe ik het boek heb beleefd. De feiten van de tocht zelf zijn altijd een ingang voor een beschouwing die het delen van deze specifieke ervaring kleur geeft. Je zou kunnen zeggen, dat het een enorm geforceerde toestand is, de constructie van deze wandeling, de ‘kapstok’ voor het verwezenlijken van één van de grote dromen in een particulier leven. Maar in het particuliere schuilt juist de authenticiteit. Dit ís ook feitelijk helemaal geen kapstok die zich leent voor een boek, tenminste als je niet in staat bent tot de vertaling naar de beschouwing. De beschouwing die je bijna los kunt zien van de feiten van de wandeling. In het begin pakte ik nog vaak Google Maps erbij: even precies kijken, waar zich deze ervaring voordeed. Maar geleidelijk begon ik te merken: pffff… dat schiet niet op; er ís niet eens zo specifiek een doel. Dat is slechts een…. tja.. kapstok dus.
De tocht zelf is een samenstelling van een paar verschillende reisondernemingen van Livingstone. Je krijgt goed zicht op David Livingstone. Ik hoef geen biografie meer over hem te lezen, ik heb al zóveel meegekregen door dit boek. Wat een markante persoon is Livingstone geweest. In termen van de 19e eeuw is-ie een ‘held’, ook al was dat dan soms ook een verguisde; in termen van onze tijd enerzijds een behoorlijk fanatieke zendeling en anderzijds te diagnosticeren als een semi-autist met een wonderlijke hoeveelheid ‘mazzel’ dat hij niet al honderd keer en tientallen jaren eerder bezweek aan tropenziektes, extreme oerwoud- en weerssituaties of gewelddadige inlanders. De Ponti geeft vooral die fascinatie ruimte, relativeert het ‘heldendom’ goed.
En dus, zoals ik al aangaf met de aangehaalde alinea: het gaat vooral over Afrika, over Malawi, over de sfeer, de cultuur, de natuur. Over wat er verandert is tussen de tijd van Livingstone en de tijd van nu, en de tijd van De Ponti’s Malawiaanse jaren, 40 jaar eerder, en nu. Tussendoor voel je ook goed, hoe bezorgd De Ponti is over tal van ontwikkelingen, over de totale ontbossing, over de HIV-epidemie, over de gebrekkige ‘ontwikkeling’ (onderwijs, gezondheidszorg). Desondanks blijft de straalstroom die van diep ontzag voor het warme hart van Afrika – zo afficheert Malawi zich graag: ‘the warm heart of Africa’ – en de levenskracht die de Malawiaan uit kan stralen. Die is ook veel beter op een impliciete wijze te beschrijven, gewoon door er 400 pagina’s aan te wijden, dan dat je dat expliciet kunt verwoorden, zoals wij westerlingen graag van elkaar vragen.
Ik weet dat ik de volgende keer dat ik Malawi bezoek, de beschouwingen van De Ponti dicht onder m’n huid zal voelen. Geeft een extra dimensie er aan. ‘Livingstone op de voet gevolgd’ lezen is dus heel iets anders dan een roman lezen: je reist mee en beleeft de ervaring mee. En aan het einde van de reis is er weemoed in je eigen ziel net als die in van de schrijver.